Computational thinking – problemen op een zodanige manier (her)formuleren dat het mogelijk wordt om met computertechnologie het probleem op te lossen.
ICT-basisvaardigheden – de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking, bediening, mogelijkheden en beperkingen van technologie te begrijpen en om te kunnen gaan met verschillende soorten technologieën.
Mediawijsheid – de kennis, vaardigheden en mentaliteit om je bewust, kritisch en actief te kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.
Informatievaardigheden – informatie uit (digitale) bronnen scherp formuleren en analyseren, kritisch en systematisch zoeken, selecteren, verwerken, gebruiken en verwijzen van relevante informatie en deze op bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen en evalueren.